Ibn al-Qayyim zei:
''Bij Allaah, de angst voor huichelarij heeft de harten verscheurd van degenen die voor zijn gegaan vanonder de eerste (moslims), omdat ze kennis hadden over zowel de grote als de fijnere zaken ervan, maar ook de diepere en gedetailleerde als ook de algemenere zaken. Ze dachten slecht over henzelf en vreesden zelfs dat ze zouden behoorden tot degenen die huichelaars waren. Umar ibn al-Khattaab zei tegen Hudayfa:
'O Hudayfa, ik zweer bij Allaah en doe een beroep op je omwille van Allaah: heeft de boodschapper van Allaah mijn naam vermeld bij jou, en verteld dat ik vanonder hen ben?' Hij zei: 'Nee, en ik zal na jou niemand meer vrijpleiten.'
En ibn Aboe Moelayka zei:
'Ik heb dertig metgezellen van Muhammed meegemaakt: allen vreesden ze huichelarij voor henzelf. Niemand vanonder hen zei dat hun geloof zoals dat van Jibriel en Mika'iel was.'
Bedankt voor het abonneren
Deze e-mail is al geregistreerd!